zaterdag 8 september 2007

Analyse: het Europees programma van de SP.A

De Werkgroep Europa van het CAP bezint zich onder andere over een Europees programma. Als onderdeel van deze taak is het interessant een evaluatie te maken van de programma's van andere partijen. Dergelijke analyses maken het mogelijk de specificiteit van de CAP-visie duidelijk aan het licht te brengen. In deze bijdrage gaan we iets dieper in op het Europees programma waarmee de SP.A op 13 juni 2004 naar de kiezer stapte. Op basis van dit programma werden drie SP.A leden verkozen voor het Europees Parlement (EP): Mia De Vits, Saïd El Khadraoui en Anne Van Lancker. In het document wordt de Europese grondwet zoals voorgesteld door de Conventie "net verdedigbaar" genoemd.

De SP.A heeft in 2004 een uitgebreide "wishlist" ontwikkeld die er behoorlijk "socialistisch" uitziet. Men kan zich moeilijk inbeelden dat een socialist bij een oppervlakkige lezing van de 80 artikels er meer dan een of twee uithaalt waarmee hij het fundamenteel oneens zou zijn. De SP.A gaat echter een zeer fundamentele vraag uit de weg: HOE denken zij het door hen voorgestelde programma daadwerkelijk op Europees niveau te realiseren? Over welke hefbomen beschikken de volksvertegenwoordigers om de wensen van hun kiezers om te zetten in wetgeving en beleid? Het cruciale vraagstuk omtrent het democratisch deficit in de EU gaat de SP.A quasi volledig uit de weg. Dat de Europarlementariërs er grotendeels voor spek en bonen bijzitten wordt in het programma van de SP.A nochtans herhaaldelijk impliciet duidelijk gemaakt, maar nooit geproblematiseerd. Zo bijvoorbeeld in de inleiding:
De Europese Commissie moet met dezelfde inzet waarmee ze voor de vrije markt ijvert, vechten voor een sociaal en solidair Europa.
Aangezien het EP geen wetgevend initiatiefrecht heeft is dat wachten op Godot. De SP.A waagt zich verder ook niet aan de vraag waarom de Europese Commissie zo ijverig die vrije markt promoot. Dat beleid komt blijkbaar domweg uit de lucht gevallen en daar moet verandering in komen, maar hoe precies, dat is niet duidelijk. Het valt op dat de SP.A streeft naar een "sociaal en solidair" Europa, hetgeen bijna twee keer hetzelfde betekent. "Democratisch en sociaal" had allicht te duidelijk naar de oorsprong van het probleem verwezen. In het programma van de SP.A neemt de term "democratie" trouwens bij herhaling de vorm aan van een algemene waarde waarvan Europa als bijna vanzelfsprekend van doordrongen is. Dat de materialisering van die waarde in de Europese instellingen ver onder het niveau zit van de lidstaten op zich is merkwaardig genoeg niet aan de orde.

Verder:
De Europese samenwerking moet gebruikt worden om onze sociale verworvenheden te versterken en te verspreiden.
Fantastisch ideaal, maar opnieuw stelt zich de vraag: en hoe dan wel? Dat zoiets in de praktijk wel eens kan tegenvallen blijkt verder uit artikel 22:
Dankzij een goede samenwerking met de Europese havenvakbonden kon de liberalisering van de havendiensten worden tegengehouden. Met een simpele pennentrek wilde een Europees Commissaris het sociaal statuut en de jobzekerheid van duizenden Vlaamse havenarbeiders onderuit halen. Als de Europese Commissie statuten of openbare diensten via andere wegen, bijvoorbeeld met de nieuwe voorstellen voor de liberalisering van de diensten, probeert ongedaan te maken, zal sp.a ook hier harde oppositie tegen voeren via haar vertegenwoordigers in het Europees parlement en de Raad.
Uit deze passage blijkt duidelijk de structurele depolitisering van het Europees intitutioneel stelsel. Nog voor men de uitslag van de verkiezingen kent is een ding al zeker: de sp.a verkozenen zitten net als alle andere leden van het EP in de "oppositie". Logischerwijs zit de Commissie altijd "in de meerderheid". Het stelpen van de sociale afbraak is dan ook meteen goed voor een overwinning. Hoe men op Europees niveau dan wel een aanvang zou kunnen nemen met "versterken en verspreiden van sociale verworvenheden" blijft een open vraag.

Verder manifesteert zich ook in dit Europees programma van de SP.A de verschuiving van het verdedigen van de belangen van de werknemer naar de belangen van de "consument". Jammer genoeg dan nog op een totaal inadequate manier. Zo in artikel 27 in een passage over genetisch gemanipuleerde organismen (ggo's):
Ook vinden we dat er geen dwingende noodzaak is om deze technologie tegen de wil van de consument op te dringen. Europa heeft werk gemaakt van een goede traceer- en etiketteringswetgeving om de consument te informeren over de aanwezigheid van ggo's in het voedsel. Zo krijgt de consument keuzevrijheid.
De consument krijgt met andere woorden "de vrijheid" om elke dag opnieuw in de supermarkt alle etiketten op voedselproducten te verifiëren om zich ervan te vergewissen dat het product geen ggo's bevat. Bij de bakker of in het restaurant krijgt diezelfde consument allicht nog eens "de vrijheid" om telkens opnieuw te vragen of alles wel ggo-vrij is.

Tot besluit kunnen we stellen dat het progamma waarmee de SP.A in 2004 naar de kiezer stapte in het algemeen weliswaar "socialistisch" te noemen valt, maar dat de meer fundamentele kwestie over hoe het beleid kan gerealiseerd worden stelselmatig uit de weg wordt gegaan. In zekere zin is elk programma waarmee een partij naar de Europese verkiezingen stapt een vorm van kiezersbedrog. Het resultaat is immers op voorhand bekend: uw verkozene zit in de oppositie.

Geen opmerkingen: